Te korte hoeven bekappen
Loopt jouw paard ‘op eieren’ doordat de hoeven te kort zijn? Te korte hoeven zijn gevoelig, waardoor je paard niet meer zuiver loopt, vooral op harde ondergronden. Het is goed mogelijk dat je tijdens je zoektocht naar een oplossing op onze website terecht bent gekomen.
Om je een goed hoefschoenenadvies te kunnen geven, vragen we bij HoofWear altijd foto’s van recent bekapte hoeven. Het komt regelmatig voor dat wij op onze vraag wanneer de hoeven voor het laatst bekapt zijn de reactie krijgen: “de hoeven kunnen niet bekapt worden omdat ze al zo kort zijn”. Ook horen we vaak: “Volgens de hoefsmid kon er niks meer af” of “de hoefsmid heeft ze alleen rond gevijld”.
In dit artikel wil ik graag aan je uitleggen waarom in de meeste gevallen deze argumenten om de hoeven van je paard niet te (laten) bekappen onjuist zijn.
Hoe werkt de hoef?
Belangrijk is om eerst te snappen hoe de biomechanica van de paardenhoef werkt. Het is te ingewikkeld om in het kort uit te leggen, maar de belangrijkste punten zal ik proberen te beschrijven.
Het hoefmechanisme
Allereerst is het hoefmechanisme heel belangrijk. De meeste paardeneigenaren hebben hier al van gehoord. Het hoefmechanisme heeft de functie van schokdemping en is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de doorbloeding. Een goede doorbloeding is van belang voor de groei van de hoeven van je paard.
De beweging in de hoef - het hoefmechanisme - is het grootst in het achterste gedeelte van de hoef. De grootste vervorming vindt plaats tijdens de landing van de hoef.
Bij een gezonde hoef vindt die landing in actieve gangen op het achterste gedeelte plaats.
Wordt om welke reden dan ook het landingspunt naar voren geplaatst dan heeft dat een negatief effect op het hoefmechanisme, de schokdemping, doorbloeding en groei van de hoef. Je paard landt dan meer op de voorkant van de hoef als hij “slentert” bijvoorbeeld tijdens het foerageren.
Ook bij pijn aan de achterzijde van de hoef, bijvoorbeeld door rotstraal of te lange steunsels, landt je paard niet op de achterkant van zijn hoeven. In mijn artikel over de steunsels ga ik hier dieper op in. Belangrijk is om de steunsels correct te bekappen om ervoor te zorgen dat de hoef in balans blijft zodat de doorbloeding optimaal kan functioneren.
Druk op de straal
De straal is gemaakt om mee te functioneren met de rest van de hoef en ook om deels mee te dragen. Echter moet de straal ook niet overbelast worden. Een gezonde straal draagt actief mee. Dat wil zeggen: als je paard de hoef actief belast zal de straal ook een deel van de druk voor zijn rekening moeten nemen.
De hoef wordt wat breder tijdens de landing en het actief dragen. De zool en straal komen bij het landen wat naar beneden. Het is de bedoeling dat de straal eerst iets naar beneden komt voor hij de grond raakt. Raakt de straal eerder al de grond kan dat een negatief effect hebben op de doorbloeding. Daarnaast kan het zorgen voor pijn: de straal is voorzien van tastzenuwen. Om die pijn te verminderen zal je paard weer meer op de voorkant van de hoef gaan landen. Een platte straal is vaak een signaal van overbelasting van het straalweefsel.
De straalpunt is hier ook een punt van aandacht. Deze mag absoluut niet te veel en te lang bodemdruk hebben omdat dit een zeer negatief effect heeft op de doorbloeding van de hoef.
Als de straalpunt voortdurend belast wordt, wordt het bloed in de hoef direct weer naar boven gestuurd zonder in de haarvaten te kunnen stromen. Het bloed bereikt dan niet alle plekken die het zou moeten bereiken. Dat betekent dat bij belasting van de straalpunt de hoef onvoldoende doorbloed wordt. Wat vervolgens een negatief effect heeft op de gezonde hoefgroei. Belangrijk is dus dat de straal correct bekapt wordt. Hij moet actief meedragen en niet te veel dragen.
Circumflex artery
Onder het hoefbeen, tussen de zool en het hoefbeen bevindt zich een hele belangrijke bloedbaan, de Circumflex artery. Te veel zooldruk in dit gebied heeft een negatief effect op de doorbloeding in deze bloedbaan. De doorbloeding wordt door de druk als het ware ‘afgeknepen’. Te veel druk ontstaat daar waar bijvoorbeeld de hoefwand te kort is en de zool (bijna) alle druk moet opvangen. Maar ook de hoefbalans heeft een groot effect hierop.
Vooral bij te korte hoeven zie je vaak dat de voorkant erg is afgesleten en de achterkant veel minder. Het hoefbeentje komt dan voor lager dan achter, en zal daarmee deze bloedbaan van binnenuit ook negatief beïnvloeden. De oplossing is dan de achterkant van de hoef wat korter maken zodat de druk direct onder het hoefbeen verlicht wordt. De doorbloeding kan dan beter functioneren.
Vicieuze cirkel bij te korte hoeven
Bij te korte hoeven ontstaat al snel een vicieuze cirkel die alleen door correct bekappen doorbroken kan worden.
De toon (de voorkant van de hoef) slijt snel, de circumflex artery wordt deels negatief beïnvloed waardoor de doorbloeding verslechtert. Hierdoor wordt vervolgens de hoefgroei belemmerd.
De hoeven zien er inmiddels zo kort uit dat bekappen overbodig lijkt. Het bezoek van de hoefsmid wordt uitgesteld, of een slecht opgeleide hoefsmid vindt de hoef ook te kort en geeft aan er niets aan te kunnen doen. Ondertussen groeien de straal en steunsels door, wat de doorbloeding alleen nog maar verder remt.
Hoefbescherming kan helpen deze vicieuze cirkel te doorbreken door de vermindering van de bodemdruk. Echter 24/7 hoefbescherming brengt ook uitdagingen met zich mee. Daarover lees je meer in mijn blog over dag en nacht hoefschoenen.
Hoefbescherming alleen kan deze vicieuze cirkel niet doorbreken. Het effect van een goede hoefbekapping is vele malen groter. Soms zó groot dat hoefbescherming niet (meer) nodig is.
Effect van incorrecte bekapping bij te korte hoeven
Een hoefsmid of bekapper kan de doorbloeding in de hoeven van je paard ook negatief beïnvloeden. Ik denk niet graag in hokjes maar zal desondanks hier toch wat moeten generaliseren.
Risico’s bij het traditionele bekappen
Traditioneel leren de meeste hoefsmeden om paardenhoeven te bekappen als voorbereiding op het beslaan, en niet zo zeer voor het lopen op blote voeten.
Er wordt vaak veel materiaal aan de toon weggehaald waardoor er een plat stuk ontstaat van wand, witte lijn en zool. Bij een korte hoef zal dit platte stuk zool al veel sneller effect kunnen hebben op de circumflex artery.
Daarnaast is de mogelijke overdruk door te lange steunsels in combinatie met hoefijzers een stuk kleiner waardoor er tijdens de opleiding weinig tot geen aandacht voor de negatieve gevolgen van te veel druk op de steunsels is.
Risico’s bij natuurlijk bekappen
Door gebrek aan scholing en het voornamelijk focussen op verschillen met de traditionele hoefsmederij ontstaan er ook bij het natuurlijk bekappen risico’s.
Veel natuurlijk bekappers bekappen de straal te weinig of helemaal niet waardoor deze snel te veel druk moet gaan dragen.
Sommige natuurlijk bekappers ronden de hoefwand zo heftig af dat de volledige belasting op zool en straal komt. Daarnaast zijn veel natuurlijk bekappers niet geschoold in het toepassen van hoefbescherming. Sommigen zijn van mening dat de hoef getraind moet worden. Echter: de hoef kun je niet trainen in een betere doorbloeding.
Niet iedere hoefverzorger past in een hokje
Nogmaals, ik denk niet graag in hokjes, en middels deze kanttekening wil ik er nog eens extra de aandacht op vestigen dat er zeker hoefsmeden en bekappers zijn die helemaal niet in deze hokjes passen. Er zijn daarnaast tal van bekapstromingen met verschillende methodieken met allen hun eigen plus- en minpunten.
Risico’s van huisvesting
Naast de problemen met te korte hoeven die voortkomen uit de methodiek van bekappen brengen ook verschillende huisvestingsvormen eigen risico’s met zich mee.
Op stal
Allereerst huisvesting op stal. Een paard is niet gemaakt om in een stal te staan. Stilstaan heeft een negatief effect op de doorbloeding. Daarnaast zijn er extra risico’s op het ontstaan van rotstraal en andere hoefproblemen als gevolg van een slechte stalhygiëne.
Actieve huisvesting
Bij actievere huisvesting is het risico van (te) snelle slijtage van de voorkant van de hoef (de toon) groter. Zeker wanneer je paard de hele zomer op de wei en alleen ‘s winters op verharding gehuisvest wordt. De overgang is dan vaak heel abrupt: van het ene op het andere moment staat je paard plotsklaps de hele dag op het harde.
De hoeven van je paard zijn niet berekend op zo’n plotselinge heftige overgang. De vaak vlakke verharding zorgt ervoor dat vooral de hoefwand slijt, maar er nauwelijks slijtage is aan de binnenkant bij de zool, steunsels en straal. Aan de buitenkant kan de hoef dan kort lijken, en helemaal aan de voorkant. Dit is precies de situatie waarin wij vaak te horen krijgen dat de hoeven al te kort zijn en daarom niet bekapt worden.
Wordt je paard in de winter niet op stal maar ook niet op verharde grond gehuisvest dan zijn de risico’s op rotstraal door de vochtige omgeving weer groter. Voortdurend in de modder staan bevordert de hoefgezondheid zeker niet.
Conclusie: balans
De conclusie van dit verhaal: balans is het allerbelangrijkst. Balans in de huisvesting van je paard en evenwicht in groei en slijtage van de hoeven. Zorg ervoor dat je paard niet óf op het zachte, óf op het harde is gehuisvest, maar faciliteer een huisvesting met het hele jaar door variatie in ondergronden.
Ook de hoefbalans is van groot belang. Een goede hoefprofessional zal de hoef in balans moeten brengen. Balans in de lengte tussen de voor- en achterkant. Het uitstellen of zelfs afstellen van een goede bekapping werkt averechts. Als de hoef korter is in de toon en er te veel materiaal (steunsels) binnenin blijft staan, gaat je paard alleen maar nóg meer op de toon staan. Vervolgens slijt de toon nog harder en wordt bovendien ook nog de doorbloeding en dus de hoefgroei geremd.
Soms is het nodig een hoef (tijdelijk) te beschermen. Bijvoorbeeld om een vicieuze cirkel te doorbreken, of wanneer disbalans bijvoorbeeld in huisvesting, of hoefgroei en slijtage niet op te lossen is door enkel het correct bekappen. Hoefbescherming gaat altijd hand in hand met een correcte, gebalanceerde hoefverzorging.