Mustang Roll en kwartierboogjes onder de loep
De Mustang Roll en kwartierboogjes spreken tot de verbeelding. Deze kenmerken zijn na bekapping van de paardenhoef goed zichtbaar en lijken een goede graadmeter van de kwaliteit van het bekapwerk. Wie vaker artikelen van mij heeft gelezen voelt wellicht al aan waar dit heen gaat: helaas ligt het niet zo eenvoudig. Een nuance wat betreft het (extreem) afronden van de hoefwand en het aanbrengen van kwartierboogjes is op zijn plek.
De hoefwand moet afgerond worden maar moet niet in zijn geheel van de dragende functie worden ontheven. En het is belangrijk dat de wand in de kwartieren iets korter is. Een te lange wand kan scheuren of ervoor zorgen dat de hoef in de kwartieren te breed wordt. Maar hoeveel afronding heeft de hoefwand dan nodig? En hoeveel druk moet er van de wand in de kwartieren af? In dit artikel neem ik daarom de mustangrol en kwartierboogjes onder de loep.
De paardenhoef: een natuurkundig fenomeen
Ik heb heel wat uren aan dit artikel gewerkt, maar het bleek veel te ingewikkeld te worden. Om een hoef goed te begrijpen heb je veel kennis van natuurkunde nodig, zoveel dat het simpelweg niet goed uit te leggen is in een artikel.
Laat ik je alle ingewikkelde achtergrondinformatie over bogen, kinetische energie, ophangsystemen etc. maar besparen. Door enkel aan te geven dat de paardenhoef echt een biomechanisch hoogstandje is. Veel natuurkundige krachten werken in de hoeven van je paard samen om voor een goede bescherming, goede schokdemping, goede doorbloeding en goede locomotie zorg te dragen. Het is aan ons om dit niet te verstoren en enkel met kennis te helpen ondersteunen.
De Mustang Roll
Jaime Jackson scheef er mooi over: “the Mustang Roll is a more complex wear pattern than first meets the eye” vertaald: de mustangrol is een complexer slijtagepatroon dan op het eerste gezicht lijkt.
Wilde paarden leren ons dat de hoefwand rondom door slijtage afgerond wordt. Echter is ook duidelijk dat dit slijtagepatroon enorm verschilt bij verschillende ondergronden. Het is onprofessioneel om te denken dat de afronding die bij wilde mustangs gevonden is hetzelfde moet zijn bij paarden die op veel zachtere ondergronden leven. Het is altijd belangrijk om bij methodes en visies te snappen waar deze vandaan komen en wat dat betekent voor je eigen paarden of de paarden waarvan jij als professional de hoeven verzorgt.
Kort stukje anatomie van de hoefwand
De hoefwand is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Van binnen naar buiten zien we eerst de epidermale lamellen, dit zijn lamellen van hoorn die boven in de kroonrand ontstaan en steeds verder omlaag geduwd worden. Deze lamellen bevatten nooit pigment.
Het hoefbeen en de hoefkraakbeenderen zijn voorzien van dermale lamellen (vleesachtige lamellen) die inhaken in de hoornlamellen van de hoefwand.
Rondom de hoef zijn er zo’n 600 lamellen met allemaal ook weer vertakkingen. Dit maakt samen een oersterke verbinding. Naast de ondersteuning van de boogstructuur is dit een extra ophangsysteem van het hoefbeen. De dermale lamellen (de vleesachtige lamellen) zijn sterk doorbloed en zorgen voor voeding van de hoefwand en hydratatie van binnenuit.
Op het slijtvlak van de hoef de zijn de dermale lamellen samengesmolten met de hoornlamellen van de hoefwand en vormen zij samen de witte lijn. Wit door de pigmentloze hoornlamellen en de vleesachtige lamellen die inmiddels (zo ver onder het hoefbeen) niet meer doorbloed zijn.
Terug naar de anatomie van de hoefwand van binnen naar buiten.
Verder naar buiten verdelen we de hoefwand nog in twee delen. Het eerste - meestal pigmentloze - hoorn bestaat uit naar beneden groeiende hoornpijpjes die vooral vergeleken met de hoornpijpjes van het buitenste gedeelte een relatief grote diameter hebben. Er is veel tussenruimte waar een soort tussenhoorn zit. Dit stuk hoefwand noemen we de waterlijn of pigmentloze gedeelte van de hoefwand. Deze laatste benaming is niet helemaal correct omdat er soms (delen) wel pigment bevatten en er is zelfs bij ongepigmenteerde hoeven verschil tussen de waterlijn en buitenste hoornlaag te zien.
De waterlijn bevat een redelijk constant vochtgehalte van ongeveer 32%. Naar buiten toe wordt het hoorn, afhankelijk van het leefklimaat droger. Meer hierover schreef ik voor NatuurlijkPaarden.nl: https://natuurlijkpaarden.nl/brokkelhoeven-wat-kun-je-daaraan-doen/
Naar buiten toe wordt het hoorn niet alleen droger. De hoornpijpjes worden dichter op elkaar gestapeld en er is minder tussenhoorn. Dit zorgt voor een super stevige, ondoordringbare ondersteunende barrière. Deze buitenste laag kan wel het slechtst tegen verticale piekbelastingen en heeft daarom de neiging het snelst te brokkelen of scheuren wanneer dit gedeelte te lang wordt.
Tussen de rode en groene lijn: de witte lijn
Tussen de groene en blauwe lijn: pigmentloze wand (draagwand)
Vanaf de blauwe lijn, gepigmenteerde hefwand (afronden)
Wat betekent de anatomie van de hoefwand in de praktijk?
Nu we dit weten kunnen we de de anatomische kennis proberen te vertalen naar de praktijk.
In het artikel over steunsels, ook te vinden in het HoofWear Kennispunt, schreef ik al: ”Er zit zelfs een lichte veerkracht in de hoefwand. Bij een overdruk druk je de hoefwand als het ware in lengte samen, tot er een eind aan deze capaciteit gekomen is.”
Nu we meer inzicht hebben in de opbouw van de hoefwand kunnen we beredeneren dat deze veerkracht groter is in de vochtigere ongepigmenteerde hoefwand dan in de drogere hoornige buitenste laag.
In het wild, maar ook bij onbeslagen paardenhoeven van onze gedomesticeerde paarden, ontstaat er een afronding van de hoefwand. Deze kan verschillen afhankelijk van de ondergronden waarop het paard loopt.
Belangrijk om te weten is dat hoeven zich aanpassen aan de ondergronden waar ze op leven. We zien ook seizoensgebonden verschillen, maar over langere termijn zelfs ras typische verschillen.
Hoeven zijn vaak in de natte periode iets breder en groter dan in een droge zomer, en hoeven van Arabieren die van oorsprong op droge ondergronden lopen zijn vaak compacter dan hoeven van bijvoorbeeld KWPN paarden.
Droge, compacte hoeven versus zachtere, platte hoeven
De Mustang Roll is ontdekt bij mustangs op droge ondergronden en is daar veel opvallender en groter dan bij paarden die leven op zachte ondergronden.
Dit is niet alleen opvallend maar ook heel zinvol. Een droge compacte hoef heeft een steilere hoefwand en zal moelijker doorveren. Als het buitenste gedeelte van de hoefwand verder is afgerond geeft dat meer flexibiliteit en kan de hoef beter functioneren. Een natte zachtere hoef daarentegen heeft vaak veel minder steile wand en heeft minder moeite met doorveren. Soms zijn die hoeven zo vlak dat ze zelfs te veel doorveren. De zogenaamde platvoeten, of ‘pannenkoekhoeven’ hebben nog nauwelijks een boogondersteuning en krijgen veel stress op de lamelverbinding. Dat geeft een andere behoefte aan de mustangrol.
Waarbij het bij hardhoevige paarden op droge harde ondergronden goed is om de Mustang Roll vergelijkbaar te houden als gevonden bij de wilde mustangs (een flinke afrol tot in de waterlijn) is het bij paarden in België en Nederland bijna een regel om de waterlijn volledig met rust te laten en dus alleen de buitenste droge en harde wand af te ronden.
Gevoelig na het bekappen?
Te veel afronding zorgt ervoor dat de zool te veel belasting moet opvangen en zorgt voor een slechtere doorbloeding maar ook vaak voor gevoeligheid.
Paarden die enkele dagen tot twee weken na het bekappen (iets) gevoeliger lopen moeten niet wennen aan de bekapping maar zijn gewoon gevoelig geworden door het bekappen.
Foto 1: verkeerde rasp techniek, zo haal je te veel draagvlak van de wand af
Foto 2: voorbeeld van te veel afronding (geen draagwand meer)
Foto 3: vlak raspen
Onderhoudstip voor de paardeneigenaar
Rond altijd alleen de buitenste hoefwand af. Door een constante groei zal de buitenste hoefwand al snel weer meedragen en deze moet dus vaak bijgehouden worden. Doe je dit niet, dan zal met name in de zomer de hoefwand snel gaan brokkelen. Je kunt je hoefsmid vragen om je te leren hoe je zelf de hoefwand afgerond kan houden.
Tip voor de hoefsmid
Leer een goede rasptechniek aan waarbij je niet ongemerkt en onbedoeld de afronding ook in de ongepigmenteerde hoefwand aanbrengt.
Rasp vlak en beperk je bij het afronden tot de gepigmenteerde hoefwand. Markeer met een stift de ongepigmenteerde hoefwand na het vlak inkorten van de wand en voor het aanbrengen van de mustangrol. De markering moet naderhand zichtbaar zijn.
Rond je te veel af dan komt er te veel druk op de zool. Dit is vooral bij platte paardenhoeven heel belangrijk.
De kwartierboogjes
Eerder verwees ik al naar mijn artikel over steunsels, maar ik kan het toch niet laten dat weer te doen. In dat artikel kun je lezen dat de hoefwand bij overmatige druk omhoog kan schuiven: er ontstaat dan een soort bolle kroonrand. Opvallend is dat dit meestal in de kwartieren gebeurt. Ook hoefscheuren vind je heel vaak in de kwartieren. Genoeg redenen om extra op dit gebied te letten.
We weten inmiddels dat de hoef onder belasting vervormt. De hoef zet als het ware uit onder druk. Het gewelf wordt vlakker en de hoef wordt naar achter toe breder.
Bij onbeslagen hoeven en wilde paarden zien we dat de hoefwand de zool volgt. Dat wil zeggen: de hoefwand is overal even lang ten opzichte van de zool. Omdat de zool een driedimensionale boog is zien we dat terug in de hoefwand van opzij gezien. Je kan bij een onbelaste hoef als het ware een holling in de kwartier wand zien. Deze holling verdwijnt als de hoef volledig belast is. Dat laat meteen zien hoe belangrijk deze holling is. Zou die er niet zijn geweest dan zou tijdens de belasting er dus compressie en eventueel vervorming de verkeerde kant op plaats vinden.
Tijdens mijn opleiding tot hoefsmid heb ik echter geleerd dat het hoefijzer helemaal vlak moest zijn, en bovendien overal moet aansluiten. Dan is dus een holling in de kwartieren niet mogelijk. Maar bij een hoef zonder hoefijzer is dit wel belangrijk en zelfs noodzakelijk. Helaas wordt de meeste hoefsmeden niet geleerd dat bekappen voorafgaand aan het beslaan met een hoefijzer anders is dan bekappen van een onbeslagen paard dat op blote hoeven optimaal moet kunnen functioneren.
Tip voor de hoefsmid Probeer vooral bij paardenhoeven die scheuren of flaren in de kwartieren eens wat holling te geven: je zult versteld staan van het effect. |
Hoe groter de kwartierboog, hoe beter voor je paard?
Helaas. Het ligt ook hier weer genuanceerder: net als bij de Mustang Roll is het in het geval van kwartierboogjes (of scoops) niet ‘hoe meer, hoe beter’. Er zijn verschillende behoeftes bij verschillende hoefvormen.
Bij de droge en harde hoeven op droge harde ondergronden mag het meer zijn dan bij paarden op zachtere ondergronden en bij paarden met zachtere en platte hoeven.
De harde hoef heeft al minder veerkracht van zichzelf en de bodem waarop het paard loopt is minder veerkrachtig, reden te meer om voldoende holling in de kwartieren aan te houden.
Kwartierboogjes bij paarden met platvoeten
Het wordt voor de hoefsmid of hoefbekapper pas echt ingewikkeld bij de platte hoeven. Allereerst is er een belangrijk onderscheid ondergeschoven verzenen waar de achterkant als het ware naar voren schuift en platvoeten die juist breder dan wenselijk zijn.
Ondergeschoven verzenen schreeuwen om de kwartierboogjes en drastisch inkorten van de teen, met eventuele extreme mustangrol voorin. De platvoet moet echter juist voorzien worden van een minimale kwartierboog. Je moet je voorstellen dat deze platte paardenhoef al helemaal in de belastingvervorming zit. De zool is afgevlakt, straal is breed en vaak overmatig belast.
Als we ervanuit gaan dat de wand overal even lang (of kort) is ten opzichte van de zool zal in deze platte hoef al weinig kwartierboogje ontstaan door het volgen van de zool. Geef je zo’n hoef meer de ruimte dan kan hij alleen maar verder uitvlakken, waardoor het risico bestaat dat de zool en straal te veel belast gaan worden.
Hoefbescherming kan nodig zijn bij paarden met platte hoeven
Deze platte hoeven (oneerbiedig ook wel pannenkoekhoeven genoemd) komen van nature meer voor op de zachtere ondergronden. Gaan we met deze paarden rijden op harde ondergrond dan is vaak hoefbescherming tijdens het rijden noodzakelijk. Hoefschoenen zijn dan een geschikte vorm van beschermen.
Huisvesting is ook een belangrijke factor om in acht te nemen. Worden paarden met deze platte hoeven veel op verharde ondergrond gehuisvest dan kunnen de hoeven zich met de juiste professionele hoefverzorging wellicht ontwikkelen tot steviger, minder platte hoeven. De kans is echter ook groot dat deze paarden (vooral in het natte seizoen) permanente hoefbescherming nodig hebben. Gelijmde kunststof hoefbescherming is dan vaak de meest geschikte vorm van beschermen.
Tip voor de paardeneigenaar Heb je een paard met platte hoeven zorg dan voor een korte bekapinterval. Ondanks dat het lijkt alsof de hoeven te kort zijn om te bekappen is het juist bij deze paarden belangrijk dat de hoef zoveel mogelijk ontzien wordt in de krachten die de verzenen naar buiten duwen of trekken. De focus ligt hier op de steunsels en afronding van de hoefwand. |
Tips voor de bekapper Kwartierboogjes noem ik maar zelden omdat er veel bekappers zijn die er te veel nadruk op leggen en waarbij ze te groot worden. Als de paardenhoef volledig belast wordt, mag het kwartierboogje helemaal verdwenen zijn. Kies op tijd voor hoefbescherming bij paarden met platvoeten. Als een paard gewoon korte passen maakt maar niet kreupel is kan dat betekenen dat het paard aan beide, of alle hoeven kreupel is. Hoefbescherming kan de belastbaarheid vergroten en bijdragen aan het ontwikkelen van compactere hoeven. |
Foto 1: knippen op de blauwe lijn
Foto 2: links op beeld draagvlak in de zool voor verkeerde rasp techniek, rechts op beel draagvalk de pigmentloze wand.
Foto 3: de belastingzones
Conclusie: kijk naar het individuele paard
Wie dacht aan het begin van dit artikel een op ieder paard direct toepasbaar stappenplan wat betreft Mustang Roll en kwartierboogjes aangereikt te krijgen, heeft ondanks een mogelijke teleurstelling hoop ik toch een belangrijk inzicht opgedaan. Als het gaat om het houden van paarden, het werken met paarden en in het bijzonder om het bekappen van paardenhoeven is het van belang om per individu te kijken wat nodig is.
Op het bekappen van de paardenhoef is helaas geen standaard format van toepassing. Ieder paard is anders: het ras en de huisvesting en leefomgeving zijn belangrijke factoren om mee te nemen in je bekapping. Een mustangrol? Prima, maar zorg dat je als hoefsmid of bekapper precies weet waarom je de hoefwand op exact die wijze afrondt. Kwartierboogjes? Kunnen zeker functioneel zijn! Maar ben je ervan bewust welke hoeven er baat bij hebben en welke niet. Het gaat om precisiewerk: in balans bekappen.