Help: mijn paard heeft een dunne zool!
Je paard loopt niet lekker, loopt ‘op eieren’ of loopt heel kort, vooral op steentjes en ongelijke ondergrond. De dierenarts maakt röntgenfoto’s en vertelt dat je paard dunne zolen heeft. Met die diagnose ga je naar huis, op zoek naar goede hoefbescherming. Worden het hoefschoenen of toch hoefijzers met of zonder zooltjes?
Een ‘dunne zool’ spreekt erg tot de verbeelding. Je paard, dat honderden kilo’s weegt, heeft maar enkele millimeters beschermend hoorn onder het hoefbeentje! Dit roept de nodige vragen bij je op. Hoe dik hoort de zool van je paard eigenlijk te zijn? Wanneer heeft je paard een dunne zool en wat kun je daaraan doen?
“Mijn paard heeft hele dunne zolen en loopt hierdoor gevoelig” is één van de meest genoemde redenen waarom paardeneigenaren bij ons aankloppen voor hoefschoenen. In deze blog ga ik in op je vragen over dunne zolen bij paarden.
De hoef: een stukje anatomie
In de voorste helft van de hoef bevindt zich het hoefbeentje direct boven de zool, naar achter toe zijn dat de flexibele hoefkraakbeenderen en het straalkussen. Hier omheen zit de lederhuid: de basis van de zool en het hoorn. De lederhuid moet onder alle omstandigheden goed beschermd zijn. Deze is goed doorbloed en er lopen belangrijke zenuwen door.
De lederhuid functioneert als honderdduizenden samenwerkende hydraulische schokdempertjes. Wanneer deze schokdempers niet goed ‘gevuld’ zijn – niet goed doorbloed – dan komt dat de schok dempende werking niet ten goede.
De zool bestaat net als de hoefwand uit hoorn. Een gezonde zool is ongeveer 1 cm dik. Slechts 1 cm bescherming onder de hoeven van je paard: dat klinkt als erg weinig, maar is heel normaal. Hoewel de zool zelf snel kan groeien, is het niet zozeer de dikte van het zoolmateriaal dat het noodzakelijke dempende effect creëert. Het gaat erom dat zich stevig, maar flexibel, schok dempend materiaal ontwikkelt. Dit gaat relatief langzaam.
Hoefbalans is vakwerk
De zool moet over de gehele hoef ongeveer een gelijke dikte hebben. Vaak wordt de zool in de achterste helft van de hoef te dik gelaten. Dit komt enerzijds doordat wat hogere verzenen nog altijd de standaard zijn. Aan de andere kant komt het doordat de toon vaak voldoende of meer dan voldoende slijt. Vrijwel ieder paard zet zich immers met de toon af en de afwikkeling van de hoef gaat ook over de toon.
Het gevolg van de ongelijke zooldikte die zo wordt gecreëerd, of ontstaat, is dat er te veel druk ontstaat onder de punt van het hoefbeen. Door deze stand wordt ook de gezonde doorbloeding van de hoef van je paard belemmerd. Dit staat de productie van gezond, stevig zoolhoorn in de weg. Hierdoor kan je paard gevoelig gaan lopen - zelfs met een zool van 1 cm of dikker.
Een te dikke zool werkt daarnaast mechanisch ook een goede afwikkeling van de hoef tegen. Misschien ken je het nog van vroeger bij natuurkunde. Iets met kracht maal arm?
In de hoef bevindt zich een katrol dat een belangrijke rol speelt bij de locomotie. Hoe langer de arm (de arm wordt langer als de zool dikker wordt) hoe groter het moment (de kracht) in het katrolgebied. Dit kan voor pijn in de achterkant van de hoeven zorgen. Je paard wil deze pijn vermijden en zal meer op de voorkant van de hoef gaan staan. Dit heeft precies hetzelfde effect als wat ik hierboven beschreef bij de hogere verzenen.
Voortdurende druk op de punt van de straal belemmert de doorbloeding van de hoef en kan pijn veroorzaken. Te lange steunsels kunnen ook voor pijn, met name in het hoefkatrolgebied, zorgen. Omgeklapte steunsels die over de zool heen liggen veroorzaken pijn in de zool en houden de productie van gezond hoefhoorn tegen.
Je hoefsmid of hoefverzorger moet bij iedere bekapping voor de juiste balans in de hoeven zorgen. Dat is niet eenvoudig omdat hij of zij het meestal zonder röntgenbeelden moet doen. Het is dus van belang dat je hoefsmid de zooldikte redelijk nauwkeurig kan schatten en er ook voor kan zorgen dat de hoefbalans steeds zo optimaal mogelijk is. Zo staat niets de productie van gezond zoolmateriaal en een optimale werking van de zool in de weg.
In dit artikel ga ik in waarom bekappen bij korte hoeven waar niets af lijkt te kunnen zo belangrijk is.
Hoe weet je hoe dik de zool van je paard is?
Het is voor je hoefsmid belangrijk om voorafgaand aan het bekappen een goede schatting te maken over de zooldikte en de kwaliteit van het hoorn. Een getrainde professional kan aan de hand van de hoefhoek, de welving van de zool (concaviteit) en de straalgroeven een gerede schatting maken van de dikte en de kwaliteit van de zool.
Hoe kun je zelf een indruk krijgen van de kwaliteit van de zool? Wanneer je met druk van je duim de zool kunt bewegen dan is de zool meestal te dun. Dit heeft echter niet per se direct te maken met de daadwerkelijke, in millimeters aangegeven dikte, maar juist des te meer met de stevigheid van het zoolmateriaal. Goed ontwikkeld, stevig zoolmateriaal heeft een goede functionaliteit: het beschermt de hoef tegen invloeden van buiten.
Röntgenonderzoek
Wanneer je twijfelt wat er aan de hand is als je paard slecht loopt, heb je hulp nodig van een dierenarts die met een röntgenapparaat de hoeven op de foto kan zetten. Je kunt namelijk alleen met röntgenbeelden echt meten hoe dik de zool van de hoef van jouw paard is.
Een ‘dunne zool’ wordt vaak na röntgenologisch onderzoek door de dierenarts gediagnosticeerd. Je wordt al snel angstig als je die röntgenfoto’s ziet. Een ‘dunne zool’ lijkt een hele plausibele diagnose die verklaart waarom je paard zo gevoelig loopt.
Het middels röntgenonderzoek meten van de zooldikte is helaas vaak niet zo’n absolute wetenschap als je denkt. Informeer je over de manier waarop de foto’s gemaakt zijn. Want zelfs op röntgenfoto’s is zooldikte moeilijk af te lezen. Enkel op één plek in de hoef kan deze meting echt goed worden uitgevoerd: onder het hoefbeen.
Een goede marker is daarbij essentieel. Zonder marker (een markering aan de buitenkant van de hoef, die mee gefotografeerd wordt) blijft het nog steeds enigszins giswerk. Je moet immers weten waar het zoolmateriaal begint en ophoudt, om het goed te kunnen meten. De hoef van je paard is geen ‘plat vlak’, maar bevat een holling. Bovendien zie je op röntgenfoto’s wel een duidelijk verschil tussen bot en ander weefsel, maar is het onderscheid tussen de verschillende andere weefsels slechts vaag te zien. Dit maakt een nauwkeurige meting van de zooldikte moeilijk. Hierdoor zit je er, zéker wanneer er geen marker wordt gebruikt, al snel meerdere millimeters naast. En precies die enige millimeters kunnen het verschil maken in de diagnose ‘dunne zool’.
Vraag aan je dierenarts hoe er is gemeten hoe dik de zool is. Zijn de röntgenfoto’s gemaakt met markers? Of wordt er enkel gemeten vanaf de punt van het hoefbeen naar daar waar de zool steeds minder zichtbaar wordt op de foto? In dat laatste geval is het niet meer dan gokken hoe dik de zool is, je zit er zó millimeters naast! En wanneer er correcte foto’s zijn gemaakt, hoe dik moet de zool dan eigenlijk zijn voor specifiek dit paard?
Wat kun je nu met de diagnose ‘dunne zool’?
Dat je paard gevoelig loopt, is wel duidelijk. Op welke ondergronden je paard het meeste last heeft, merk je zelf ook. De dikte van de zool zegt eigenlijk niet zo heel veel over de oorzaak van het gevoelig lopen. Zeker: een gezonde zool heeft natuurlijk een bepaalde dikte, variërend van 6 mm tot 1,2 cm. Veel belangrijker zijn echter de kwaliteit van het zoolmateriaal, de stand van het hoefbeen, de doorbloeding in de hoef en de weerstand van het straalkussen.
Oorzaken voor dunne zolen
Zachte, ‘dunne’ zolen zijn een veelvoorkomende aandoening van een paardenhoef. De oorzaak kan liggen in genetica, voeding, management, omgevingsfactoren, ouderdom of een pathologie uit het verleden.
Erfelijke factoren
Genetische aanleg speelt ook een rol bij de gemiddelde dikte van de zool van een paard. Er is tussen de verschillende paardenrassen een grote variatie in de kwaliteit van de hoeven en de dikte van de zool. De gemiddelde dikte van de zool kan variëren van ongeveer 5 mm voor een volbloed tot 12 mm voor de Appaloosa of soortgelijke rassen.
Voeding
Een onjuiste voeding kan nadelige effecten hebben op de gehele hoefkwaliteit. Er kunnen tekorten zijn ontstaan wanneer je paard te weinig voeding van goede kwaliteit krijgt, of te eenzijdig wordt gevoerd. Het is soms mogelijk deze tekorten aan te vullen met een supplement. Echter is het altijd van belang om eerst de basis aan te pakken: voldoende ruwvoer van goede kwaliteit. Een supplement dat bij hoefproblemen kan ondersteunen is Nav-X Gold van Hilton Herbs: deze kruiden helpen een gezonde bloedsomloop in de onderbenen en hoeven te bevorderen.
Huisvesting
Gebrek aan beweging over een (semi)harde ondergrond zorgt voor een vertraging in de vorming van gezond elastisch hoorn. Daarnaast verzwakken mest en urine de zool.
Blootstelling aan overmatig vocht zal de hoef verzadigen. De zolen van je paard kunnen hierdoor zacht worden en veel van hun beschermende eigenschappen verliezen door afschilfering van het hoorn. Een soortgelijk effect zie je bij het weken van je eigen voeten: de harde eeltige huid wordt zacht en is gemakkelijk te verwijderen. Staat je paard de hele dag op stal op een vieze bodem? Of de hele dag buiten in de modder? Je zult dit terugzien in de kwaliteit van de hoeven.
Hoefsmid
Je hoefverzorger heeft een belangrijke taak in het gezond houden van de hoeven van je paard. Hij of zij is verantwoordelijk voor een correcte stand en vorm van de hoeven. De stand van de hoeven van je paard is van grote invloed op de ontwikkeling van gezond zoolhoorn.
De zool van de paardenhoef moet overal een gelijke dikte hebben. Een gezonde zool is hol en volgt de vorm van het hoefbeen. Te veel snijden in de zool kan de dikte negatief beïnvloeden.
Wanneer je paard op hoefijzers met zooltjes staat, houd er dan rekening mee dat deze zorgen voor een broeierige omgeving. De kwaliteit van de zool van je paard zal hierdoor snel slechter worden.
Wat heeft de hoef nodig om een goede zool te ontwikkelen?
Het beste kun je de zolen van je paard geven wat ze nodig hebben: voldoende beweging, variatie in verharde ondergronden, een niet te vochtige omgeving, de juiste voeding en de juiste hoefstand. Gezonde paarden zullen dan in verreweg de meeste gevallen een zool ontwikkelen die voldoende bescherming biedt én flexibel genoeg is voor een optimale doorbloeding en schokdemping.
Helaas is het niet altijd mogelijk om je paard te bieden wat het verdient. Vraag jezelf in dat geval af wat jouw mogelijkheden zijn om zo goed mogelijk aan de behoeftes van je paard te kunnen voldoen.
Soms zijn er factoren zoals een pathologie (een ziekte of bijvoorbeeld een ongeval) uit het verleden, ouderdom en erfelijkheid waar je geen invloed op kunt uitoefenen. Het kan dan nodig zijn om de hoeven van je paard te beschermen.
Hoeven beschermen
Hoeven kun je beschermen door invloeden die een negatief effect hebben op de kwaliteit van de hoeven weg te nemen. Bijvoorbeeld door te zorgen voor een droge leefomgeving, de leefomgeving goed schoon te houden of bijvoorbeeld de negatieve effecten van mest en urine tegen te gaan met behulp van een speciale hoefklei: Unique-horn Natural Hoof Clay.
Overmatige slijtage van de hoeven van je paard kun je tegengaan met hoefbescherming. Hoefijzers zijn het meest bekend, maar belemmeren de doorbloeding zo erg dat ook de productie van gezond zoolhoorn negatief beïnvloed wordt. Hoefijzers met zooltjes zorgen voor iets meer doorbloeding. Deze leiden echter tot broei en zijn een broedplaats van bacteriën en schimmels. Dit komt de kwaliteit van de hoef en daarmee de zooldikte ook niet ten goede.
Kunststof plak ‘ijzers’ zijn open en flexibel en kunnen zeker helpen. Het lijmen is echter niet altijd eenvoudig, zeker als de hoef vochtig is.
Hoefschoenen zijn een mooie vorm van hoefbescherming. Het hele dagen dragen van hoefschoenen is ook niet altijd aan te raden. Je moet de hoeven van je paard dan dagelijks controleren op wondjes, maar ook zorgen voor frisse lucht zodat er geen broei ontstaat.
Gelijmde hoefschoenen kunnen ook een oplossing zijn. Doorstroming van verse lucht is dan wel belangrijk. De Equine Fusion 24/7 heeft bijvoorbeeld een opening in de zool waardoor voortdurend lucht langs de zool kan komen.
Persoonlijk denk ik dat, mocht je paard een permanente vorm van hoefbescherming nodig hebben, gelijmde hoefschoenen of kunststof ‘hoefijzers’ de beste oplossing zijn.
Conclusie: de kwaliteit maakt het verschil
De diagnose ‘dunne zolen’ wordt vaak als reden aangewezen wanneer een paard pijn ervaart bij het lopen. In de praktijk is het echter heel vaak niet de ‘dunne zool’ die aan de basis ligt van het probleem. De dunne zool is eerder het gevolg van een niet-correcte omgang met de paardenhoef. De stand van de hoef is een belangrijke bepalende factor bij het ontwikkelen van een gezonde, stevige, flexibele zool.
Hoewel het in sommige gevallen zéker interessant is om middels röntgenonderzoek de zooldikte te meten, zegt deze dikte in de meeste gevallen te weinig. Zelfs als nauwkeurig, met gebruik maken van markers, is gemeten, gaat het niet alleen om de absolute millimeters.
De daadwerkelijk gemeten zooldikte hoeft niks te zeggen over hoe comfortabel of juist hoe gevoelig een paard in de zool is. De dikte van de zool is niet allesbepalend in hoe gezond het zoolmateriaal zich ontwikkeld heeft en hoe functioneel de zool is. Heeft je paard de diagnose ‘dunne zolen’ gekregen? Onderzoek dan waar dat door is gekomen en pak die oorzaak of oorzaken aan.
Verdiep je eens in de hoeven van je paard
De hoef is een fascinerend onderdeel van je paard dat het zéker waard is om je wat meer in te verdiepen. Wij bieden verschillende cursussen aan voor jou als paardeneigenaar. Kijk hier voor meer informatie.